Tapijtkever

Algemeen
De larven van een aantal keversoorten kunnen in wollen stoffen, bont, opgezette dieren, huiden en andere producten van dierlijke oorsprong aanzienlijke schade aanrichten. Het zijn o.a. de larven van: De gewone tapijtkever (Anthrenus verbasci Linnaeus) De Australische tapijtkever (Anthrenocerus australis Hope) De pelskever (Attagenus pellio Linnaeus)

Van nature zijn de larven van deze kevers aaseters. Vaak worden ze gevonden in oude verlaten vogelnesten. Bij uitzondering dienen plantaardige stoffen als voedsel. De volwassen insecten (kevers) worden Is zomers veelal op bloemen aangetroffen, waar ze zich voeden met stuifmeel en honing. Deze insecten komen in Nederland algemeen voor. Een enkele in huis voorkomende kever kan een toevalsvondst zijn zonder dat er sprake is van schade. De kever kan bijvoorbeeld een overwinteringsplaats in huis hebben gezocht of in het voorjaar of in de zomer toevallig binnen zijn gevlogen. In die gevallen is een bestrijding met insecticiden volstrekt overbodig.

Uiterlijk
De larven van tapijtkeverachtige zijn over het algemeen goudbruin behaard. Aan het achterlijf treft men enkele bosjes langere haren aan. De vorm van de larven is wat gedrongen en bij de eerste twee soorten bereiken ze een lengte van 4-5 mm. De larven van de pelskever zijn vaak wat groter en kunnen een lengte van 12 mm. bereiken. De kevers van deze drie soorten zijn ovaal van vorm en ca. 2-3 mm. lang. Ze zijn dofgekleurd vooral in zwart en bruin met hier en daar wat lichtere rafelige vlekken of banden. De pelskever is 4-5 mm. lang, donkerbruin tot zwart gekleurd met op het halsschild en midden op de dekschilden een witte vlek.

Ontwikkeling
Tapijtkeverachtigen ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dat wil zeggen dat ze de stadia ei-larve-pop-imago (volwassen stadium) achtereenvolgens doormaken. Het eistadium duurt, afhankelijk van temperatuur en luchtvochtigheid 6-35 dagen, het larvale stadium kan zelfs 2-12 maanden in beslag nemen. Het popstadium duurt 5-19 dagen terwijl daarna de kever 7-41 dagen in leven kan blijven.

Schade
Wordt alleen veroorzaakt door de larve Aanzienlijke schade kan ontstaan aan wollen vloerbedekking, kleding en   opgezette dieren.

Wering
Voorkom vogelnestjes onder dakpannen. Naden en kieren dichten.

Bestrijding
Om de tapijtkeverachtigen te bestrijden moeten alle schuilplaatsen waar larven worden aangetroffen behandeld worden met een residueel werkend insecticide. Hierdoor wordt op de bespoten plaatsen een voor insecten giftig residu aangebracht, dat nog enkele maanden zijn dodelijke werking op de insecten behoudt. Om een effectieve bestrijding te kunnen uitvoeren is het belangrijk dat de bewoner al deze plaatsen voor de uitvoerder van EWS bereikbaar maakt. Denk hierbij vooral aan plinten, naden en kieren en onder de randen van de vloerbedekking. Ook is het aan te bevelen om voor de behandeling zeer grondig te stofzuigen, vooral op moeilijk bereikbare plaatsen.

Wanneer de insecten zich in een kledingkast of kist bevinden, dient men de kleren eruit te halen zodat de naden en kieren behandeld kunnen worden. Kinderspeelgoed moet voorafgaand aan de behandeling worden opgeruimd. Bij behandeling van de kasten kan speelgoed in plastic zakken worden verpakt. Na de behandeling mag de woning twee uur niet betreden worden en daarna moet u goed ventileren

Kleding liever niet behandelen met bestrijdingsmiddelen. Kleding en andere textiel die is aangetast kan men het beste (laten) reinigen (tenminste 30 minuten bij 60°C zal dodelijk zijn) en vervolgens herstellen. Ook kan men insecten in materialen bestrijden door deze ca. 2 weken te bewaren in een vrieskist (temperatuur lager dan -10°C). Een tapijtkeverplaag kan zeer hardnekkig zijn en het is soms nodig de behandeling na 8 weken te herhalen indien geen afdoende resultaat is verkregen.

Bruine huismot

Algemeen
De bruine huismot komt zeer algemeen voor. De larven voeden zich met plantaardige en dierlijke materialen. Ze worden soms op graanzolders en in levensmiddelen gevonden, maar veroorzaken de meeste schade aan enigszins vochtig geworden wollen vloerbedekking en wollen stoffen.

Uiterlijk en leefwijze
De bruine huismot heeft een vleugelwijdte van 17 tot 26 mm. De voorvleugels zijn bruinzwart van kleur en hebben een drietal zwarte vlekken. De achterste vleugels zijn iets lichter van kleur. De larven (rupsen) zijn geelwit van kleur en worden maximaal 2 cm lang. In onverwarmde vertrekken treedt één generatie per jaar op. De motten vliegen van juni tot augustus. De bruine huismot wordt regelmatig in gebouwen aangetroffen. De larven ontwikkelen zich in allerlei plantaardige en dierlijke materialen, zoals zaden, graan, kurk, linnen, wol en bont. Ze kunnen zich alleen ontwikkelen in vochtig materiaal bij een hoge relatieve luchtvochtigheid. Vooral op rustige en vochtige plaatsen zoals bijv. onder tapijten, onder vloeren en in vogelnesten treft men aan. Vanuit vogelnesten kunnen larven gebouwen binnenkomen.

Schade
De aangerichte schade is soms aanzienlijk. Kleden, vullingen van matrassen en stoelen, gedroogde planten, graanproducten en zelfs linnen boekbanden kunnen worden aangetast. Met name in enigszins vochtige wollen vloerbedekking kan aanzienlijke schade ontstaan; van daaruit kunnen ook aangrenzende houten voorwerpen (plinten, meubels, e.d.) worden beschadigd.

Wering en bestrijding
In de eerste plaats dient het vertrek, waarin de rupsen (mottenlarven) voorkomen, zo droog mogelijk gehouden te worden, door bij zonnig weer te luchten of droog te stoken. Indien er sprake is van lekkage of blijvende vochtige omstandigheden dienen eerst bouwkundige maatregelen te worden genomen.

Voorts kan een bestrijding worden uitgevoerd met behulp van een middel op basis van cyfluthrin, deltamethrin of permethrin. Met dergelijke middelen dient men die plaatsen te bespuiten, waar de larven worden aangetroffen bijv. onder randen van vloerbedekking, achter plinten en in de naden en kieren van de onderzijde van wandmeubels. Met name als de onderzijde van een meubelstuk door een plint is afgeschermd, vindt verpopping van larven daar plaats. Hierdoor wordt op de bespoten plaatsen een giftig residu aangebracht, dat nog enkele maanden zijn dodelijke werking op de insecten behoudt. De hier genoemde middelen zijn toegelaten ter bestrijding van kruipende insecten. Men dient deze middelen onder lage druk en met grove druppel te verspuiten. Tijdens de behandeling en gedurende 2 uur daarna dient men de ruimte grondig te ventileren. Daarna kunnen mensen en dieren weer in de behandelde ruimten terugkeren.

Huisboktor

Uiterlijk
De kevers zijn bruinzwart van kleur en hebben een paar lichte stippen op de dekschilden (d.i. van boven). De wijfjes zijn 1-2,5 cm en de mannetjes 8-16 mm lang. De antennes (voelsprieten) zijn dun en vrij lang. De larven worden ongeveer 3 cm lang en zijn witachtig van kleur.

Ontwikkeling
Huisboktorren hebben een volkomen gedaanteverwisseling, d.w.z. ze doorlopen 4 stadia: ei, larve, pop en imago (kever). Tijdsduur van ei tot imago: 3-10 jaar, meestal 4-5 jaar.

Leefwijze
De huisboktor tast alleen naaldhout, zoals vuren, grenen en dennen aan. In de maanden juni t/m september komen de kevers uit het hout via ovale uitvliegopeningen van ongeveer 4 x 7 mm. De mannetjes en de wijfjes gaan dan paren, waarna de wijfjes eitjes leggen op het hout. Uit de eitjes komen larven, die 3-10 jaar, meestal 4-5 jaar in het hout boren, waardoor grote schade veroorzaakt wordt. Vervolgens vindt de verpopping plaats en komen de volwassen kevers spoedig uit het hout tevoorschijn.

Bestrijding
Boorgangen zoveel mogelijk openhakken, indien noodzakelijk injecteren. Zwak hout vervangen door bij voorkeur verduurzaamd hout. Beits-, verf-, of waslagen verwijderen, met staalborstel boormeel verwijderen en houtwerk stofvrij maken. Het hout tweemaal behandelen met een daarvoor toegelaten middel.

Instructie bewoners voor bestrijding gewone houtwormkever/huisboktor.

Voor de bestrijdingsactie:
Houtwerk vrijmaken van verf, beits, e.d.
Houtwerk stofvrij maken
Zwak hout vervangen door bij voorkeur verduurzaamd hout
Alle voorwerpen die met het middel in aanraking kunnen komen goed afdekken
Eventuele losse voorwerpen die de bestrijder tijdens de bestrijdingsactie   kunnen hinderen bijvoorbeeld bouwafval e.d. verwijderen
Indien er wateroverlast is in de (kruip)kelder dit verhelpen voordat de   bestrijding plaatsvindt.

Tijdens de bestrijdingsactie:
De bewoner moet met huisgenoten en huisdieren het pand verlaten.
Na de bestrijdingsactie:
Na de bestrijdingsactie moet(en) de behandelde ruimte(n) goed geventileerd worden en mag de bewoner met huisgenoten en huisdieren nog gedurende 48 uur niet langdurig in de behandelde ruimte(n) verblijven.

Grote houtwormkever

Algemeen
Deze keversoort behoort evenals de gewone houtworm (Anobium punctatum Degeer) tot de familie Anobiidae. De larven ontwikkelen zich bij voorkeur in eikenhout. De ontwikkeling kan echter ook plaatsvinden in andere loofhoutsoorten en een enkele keer worden ze in naaldhout aangetroffen, wanneer naaldhout in de onmiddellijke omgeving van aangetast loofhout is verwerkt.

Uiterlijk
De eieren zijn wit en ongeveer 0,6 mm in doorsnede. Omdat ze zo klein zijn worden ze slechts zelden opgemerkt. De larve is geelachtig wit en kan 11 mm lang worden. De kever is donkerbruin tot grijsgeel gekleurd en enigszins gevlekt. Hij is ongeveer 6 – 8 mm lang. De kever verlaat het hout via een zelf geknaagde uitvliegopening. Vaak bevinden zich grote aantallen uitvliegopeningen vlak bij elkaar zodat het soms lijkt alsof een schot hagel op het hout is afgevuurd. De openingen zijn rond en 2,5 – 4 mm in doorsnede. Ze zijn het eerste teken dat van een aantasting kan worden waargenomen.

Leefwijze en ontwikkeling
In april en mei komen de kevers uit het hout te voorschijn. In verwarmde gebouwen kan deze periode echter wel beginnen in januari en doorlopen tot juni. Aangenomen wordt dat een deel van de kevers reeds in het hout paart, waarna de wijfjes de eieren in het hout afzetten. De kevers maken in en buiten de gangen een hard tikkend geluid. Hieraan hebben ze de bijnaam doodskloppertje te danken. Het bijgeloof wilde namelijk dat in een gebouw waar dit insect te horen was binnenkort iemand zou sterven. De ontwikkeling van ei tot kever duurt minstens drie jaar. De groei van de larven is afhankelijk van de aanwezigheid van schimmels, die zich in het hout gevestigd hebben. Vooral hout dat vochtig is en waardoor “rot” ontstaat, wordt door deze insecten aangetast. De aantasting kan ook diep in het hout doorgaan.

Bestrijding
Een bestrijding bestaat allereerst uit het wegnemen van vochtoorzaken. Hierbij kan gedacht worden aan lekkages, doorslaande muren, optrekkend vocht e.d. Tevens dient ervoor gezorgd te worden dat een optimale ventilatie aanwezig is. Onder deze omstandigheden zullen schimmels zich niet kunnen ontwikkelen of handhaven en zal ook de kever na verloop van tijd uitsterven. Aangezien hiermee echter een aantal jaren gemoeid kan zijn, verdient het aanbeveling om deze kevers te bestrijden met een insecticide. Grotere larven kunnen zelfs nog blijven leven in vrij droog hout (vochtgehalte ca. 12*), al verloopt de ontwikkeling dan wel trager.

Een bestrijding van de grote houtwormkever en de larven ervan kan plaatsvinden door een bespuiting met een insecticide toegelaten ter bestrijding van houtaantastende insecten op basis van cyfluthrin, cypermethrin, deltamethrin of permethrin. Geverfd hout kan niet worden behandeld met deze middelen. Bij een aantasting door schimmels is vochtwering van het allergrootste belang. Een bestrijding van de schimmels kan worden uitgevoerd met een schimmelbestrijdingsmiddel (fungicide) o.b.v. azaconazole. Vaak is het aan te bevelen een combinatiemiddel, dat zowel tegen schimmels als insecten werkzaam is, toe te passen.

Teneinde voldoende middel in het hout te brengen kunnen de middelen naast een oppervlaktebespuiting tevens in het hout worden geïnjecteerd. Hout dat nog moet worden verwerkt ter vervanging van aangetast hout dient bij voorkeur vooraf behandeld te zijn volgens een professioneel houtverduurzamingsproces met een daarvoor toegelaten middel.

Voor grote objecten en monumentale gebouwen kan worden overwogen een hete luchtbehandeling te laten uitvoeren.

Gewone houtwormkever

Uiterlijk
De kevertjes zijn 2,5 tot 5 mm lang en donkerbruin van kleur. Ze hebben een gewelfd halsschild. De larven worden ongeveer 6 mm lang, zijn witachtig van kleur, enigszins gekromd en hebben drie paar pootjes. De eitjes zijn wit.

Ontwikkeling
Deze insecten hebben een volkomen gedaanteverwisseling met als stadia: ei, larve, pop, imago (volwassen kever).

Leefwijze
De gewone houtwormkever hoort tot de drooghoutboorders, die gedroogd hout, vaak verwerkt in gebouwen, aantasten. Zowel naald- als loofhout wordt aangetast. In de zomermaanden komen de kevers via uitvliegopeningen met een diameter van 1 – 2 mm uit het hout. De mannetjes en wijfjes gaan dan paren, waarna de wijfjes 20 – 40 eitjes leggen op het hout. Uit de eitjes komen larven, die ca. 3 jaar in het hout boren. Daarna vindt verpopping vlak onder het houtoppervlak plaats. Uit de poppen komen uiteindelijk de volwassen insecten en dan begint de cyclus opnieuw.

Bestrijding
Het te behandelen houtwerk moet vrij zijn van verf, beits e.d. waarna het met een toegelaten middel tweemaal geïmpregneerd zal worden.

Heipaalkever

Algemeen
Deze soort, die ook wel kersentor of zwarte kersenbijter wordt genoemd, komt in ons land algemeen voor. Ze lijkt wel iets op een boktor vanwege de lange voelsprieten, maar behoort tot een geheel andere groep kevers. Oorspronkelijk waarschijnlijk afkomstig van de Grote Meren in Noord-Amerika. is ze nu wereldwijd over de gematigde streken verspreid.

Uiterlijk/leefwijze
De kever is 6 – 12 mm lang en roodbruin van kleur. De uiteinden van de dekschilden zijn zwart. De kevers kunnen vliegen. De larven van deze keversoort worden 12 – 18 mm lang en zijn vaalwit van kleur. Ze leven in meestal half vergaan hout van loof- en naaldbomen. Vooral palen die half in het water staan kunnen geheel worden doorgevreten. De kevers, die vrij dikwijls worden aangetroffen in huizen en gebouwen in waterrijke gebieden, komen van april tot augustus te voorschijn en gaan dan eieren afzetten op hiervoor geschikt hout. Meestal moet de broedplaats onder het gebouw worden gezocht, mogelijk in de heipalen of in bekistingshout, dat na het storten van beton niet is verwijderd. Ook houtwerk binnenshuis kan worden aangetast, echter alleen dan wanneer de atmosfeer zeer vochtig is.

Vooral in Amsterdam en Rotterdam treedt deze kever algemeen in huizen en gebouwen op. In bepaalde gevallen kan deze keversoort ook in houten woonboten voorkomen. Een voorname levensvoorwaarde voor de larven is het feit dat het hout nat moet zijn en tevens aangetast door schimmels. Het mag echter niet zo rot zijn dat het hout al uit elkaar valt.

Bestrijding
In de meeste gevallen zal een bestrijding niet nodig zijn, aangezien de kevers waarschijnlijk slechts hout aantasten dat reeds half vergaan is. Een onderzoek naar de ontwikkelingsplaats is echter wel gewenst, om waar mogelijk het aangetaste hout (bron) te verwijderen. Bij een aantasting binnenshuis moet vooral gezorgd worden voor droogte. Dit kan worden bereikt door te luchten bij zonnig droog weer of door de vertrekken droog te stoken en het verbeteren van de ventilatie.

Bruin gemarmerde stinkwants (BMSB)

De bruin gemarmerde stinkwants (BMSB) is een landbouwplaag die uit China, Japan, Korea en Taiwan stamt. De BMSB verspreidt zich over de wereld door middel van voertuigen en containers en beschadigt gewassen, fruit en bomen. Om die reden hebben de quarantaine afdelingen van Australië en Nieuw-Zeeland maatregelen genomen tegen de BMSB. Inkomende goederen moeten tijdens het risicoseizoen behandeld zijn tegen de insecten. Dit seizoen betreft goederen die van 1 september 2018 tot en met 30 april 2019 verscheept worden.

Uiterlijk, levensstijl en verspreiding

De wetenschappelijke naam van de bruin gemarmerde stinkwants is Halyomorpha halys. Zoals de naam al zegt, is het insect lid van de stinkwants-familie. Net als andere stinkwantsen heeft de BMSB de vorm van een schild. Een volwassen BMSB is ongeveer 17 millimeter lang. De stinkwantsen danken hun naam aan de geurklieren op hun lichaam, deze ruiken naar koriander. De reden dat stinkwantsen deze geur hebben, is omdat de geur hen beschermt tegen hagedissen en vogels. Als iets het insect maar aanraakt, laat het de geur los.

De BMSB voert zich met planten, groenten en fruit. Ze eten door te zuigen, dit betekent dat ze hun eten doorboren met hun proboscis (een verlenge ‘neus’). Dit veroorzaakt veel schade aan de plant waar ze van eten. De volwassen insecten leven verscheidene maanden tot een jaar. Aan het einde van de zomer moeten ze onderdak vinden voor de winter. Dit doen ze in droge en donkere plaatsen. Plekken zoals huizen, maar ook bewegende plekken, zoals voertuigen en containers. Dit is een probleem, omdat de BMSB zich op deze manier snel kan verspreiden over de wereld. Dit resulteert in wereldwijde schade aan planten en bomen.

Behandeling

Door de verspreiding en het schadelijke effect dat de BMSB met zich meebrengt, hebben Australië en Nieuw-Zeeland maatregelen genomen. Inkomende goederen moeten behandeld zijn tegen de BMSB.

Er zijn twee behandelmethodes tegen het insect. De eerste is fumigatie, de tweede heat treatment (dit valt onder bio treatment). EWS biedt beide behandelingen.

Om meer te weten te komen over fumigatie tegen de stinkwants, ga naar: Fumigatie – BMSB

Om meer te weten te komen over heat treatment tegen de BMSB, ga naar: Heat treatment – BMSB