Algemeen
Vleesvliegen, ook wel bromvliegen genoemd, zijn groter dan kamervliegen (1-1,5 cm.) en gewoonlijk metaalglanzend blauw of groen. In Nederland komen ongeveer 80 soorten voor. Zeer algemeen zijn de vleesvliegen van het geslacht Calliphora en de groen- of koperkleurige keizervliegen van het geslacht Lucilia.
Leefwijze
Vleesvliegen leggen hun eitjes bij voorkeur op dode dieren maar ook wel op vlees in de keuken, in uitwerpselen of ander rottend materiaal. De wijfjes kunnen de geur hiervan op kilometers afstand herkennen. De mannetjes daarentegen hebben een voorkeur voor bloemen. Heeft een wijfjesvleesvlieg een geschikte voedselbron gevonden dan zet ze hierop honderden eitjes af.
Na slechts 1 dag komen de larven (maden) uit de eitjes. De maden zijn lichtschuw en kruipen weg naar donkere plaatsen (onder tapijten, in spleten e.d.). Na 6 tot 12 dagen zijn de maden volgroeid en verlaten ze meestal het aas om zich in de grond in te graven en aldaar te verpoppen. Na 8 tot 13 dagen komen dan de volwassen vleesvliegen tevoorschijn.
Schade
Vleesvliegen kunnen ziekteverwekkende organismen zoals virussen en bacteriën verspreiden en vlees en vleeswaren door verontreiniging (eitjes, uitwerpselen) onbruikbaar maken.
Nut
In de natuur fungeren vleesvliegen als opruimers van afval en kadavers en dienen ze als voedsel voor andere dieren.
Wering
Ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten houden of van horren voorzien
Vlees en vleeswaren koel en afgedekt bewaren
Afval tijdig verwijderen
Tafels, vloeren, wanden, machines e.d. goed schoonhouden
Dode dieren afvoeren
Bestrijding
Broedplaatsen opsporen; dode dieren, vleesafval e.d. verwijderen en de plaatsen waar de maden zich ontwikkelen goed schoonmaken. Indien nodig de broedplaatsen plaatselijk (laten) behandelen met een insecticide op basis van deltamethrin, permethrin of cyfluthrin.