Algemeen
Deze keversoort behoort evenals de gewone houtworm (Anobium punctatum Degeer) tot de familie Anobiidae. De larven ontwikkelen zich bij voorkeur in eikenhout. De ontwikkeling kan echter ook plaatsvinden in andere loofhoutsoorten en een enkele keer worden ze in naaldhout aangetroffen, wanneer naaldhout in de onmiddellijke omgeving van aangetast loofhout is verwerkt.
Uiterlijk
De eieren zijn wit en ongeveer 0,6 mm in doorsnede. Omdat ze zo klein zijn worden ze slechts zelden opgemerkt. De larve is geelachtig wit en kan 11 mm lang worden. De kever is donkerbruin tot grijsgeel gekleurd en enigszins gevlekt. Hij is ongeveer 6 – 8 mm lang. De kever verlaat het hout via een zelf geknaagde uitvliegopening. Vaak bevinden zich grote aantallen uitvliegopeningen vlak bij elkaar zodat het soms lijkt alsof een schot hagel op het hout is afgevuurd. De openingen zijn rond en 2,5 – 4 mm in doorsnede. Ze zijn het eerste teken dat van een aantasting kan worden waargenomen.
Leefwijze en ontwikkeling
In april en mei komen de kevers uit het hout te voorschijn. In verwarmde gebouwen kan deze periode echter wel beginnen in januari en doorlopen tot juni. Aangenomen wordt dat een deel van de kevers reeds in het hout paart, waarna de wijfjes de eieren in het hout afzetten. De kevers maken in en buiten de gangen een hard tikkend geluid. Hieraan hebben ze de bijnaam doodskloppertje te danken. Het bijgeloof wilde namelijk dat in een gebouw waar dit insect te horen was binnenkort iemand zou sterven. De ontwikkeling van ei tot kever duurt minstens drie jaar. De groei van de larven is afhankelijk van de aanwezigheid van schimmels, die zich in het hout gevestigd hebben. Vooral hout dat vochtig is en waardoor “rot” ontstaat, wordt door deze insecten aangetast. De aantasting kan ook diep in het hout doorgaan.
Bestrijding
Een bestrijding bestaat allereerst uit het wegnemen van vochtoorzaken. Hierbij kan gedacht worden aan lekkages, doorslaande muren, optrekkend vocht e.d. Tevens dient ervoor gezorgd te worden dat een optimale ventilatie aanwezig is. Onder deze omstandigheden zullen schimmels zich niet kunnen ontwikkelen of handhaven en zal ook de kever na verloop van tijd uitsterven. Aangezien hiermee echter een aantal jaren gemoeid kan zijn, verdient het aanbeveling om deze kevers te bestrijden met een insecticide. Grotere larven kunnen zelfs nog blijven leven in vrij droog hout (vochtgehalte ca. 12*), al verloopt de ontwikkeling dan wel trager.
Een bestrijding van de grote houtwormkever en de larven ervan kan plaatsvinden door een bespuiting met een insecticide toegelaten ter bestrijding van houtaantastende insecten op basis van cyfluthrin, cypermethrin, deltamethrin of permethrin. Geverfd hout kan niet worden behandeld met deze middelen. Bij een aantasting door schimmels is vochtwering van het allergrootste belang. Een bestrijding van de schimmels kan worden uitgevoerd met een schimmelbestrijdingsmiddel (fungicide) o.b.v. azaconazole. Vaak is het aan te bevelen een combinatiemiddel, dat zowel tegen schimmels als insecten werkzaam is, toe te passen.
Teneinde voldoende middel in het hout te brengen kunnen de middelen naast een oppervlaktebespuiting tevens in het hout worden geïnjecteerd. Hout dat nog moet worden verwerkt ter vervanging van aangetast hout dient bij voorkeur vooraf behandeld te zijn volgens een professioneel houtverduurzamingsproces met een daarvoor toegelaten middel.
Voor grote objecten en monumentale gebouwen kan worden overwogen een hete luchtbehandeling te laten uitvoeren.