Algemeen
De orde der gelijk potigen (Isopoda), waarvan verschillende vertegenwoordigers in Nederland voorkomen, behoort tot de klasse der kreeftachtige (Crustacea). In en om gebouwen komt Porcellio scaber Latreille het meest voor; daarnaast wij in Nederland o.a. aan Oniscus asellus L. en Porcellionides pruinosus Brandt. Een pissebed wordt ook wel keldermot of platte zeug genoemd.
Pissebedden zijn vrij platte, ovale dieren. Zij zijn voorzien van relatief grote antennen en 7 paar poten. De achter de 7 pootdragende segmenten gelegen segmenten (6) zijn steeds voorzien van een paar aanhangsels. De dieren zijn grijs van kleur, ook wel geelachtig of paarsbruin, soms met lichtere of donkere vlekken en tot ongeveer 1,8 cm lang.
Leefwijze
Pissebedden leven gewoonlijk in het vrije veld onder stenen, onder de schors van bomen, onder afgevallen bladeren, in vermolmd hout, enz. Omdat het nachtdieren zijn, treft men ze vooral aan op donkere plaatsen. Ook in kelders en opslagplaatsen waar het vochtig is en plantaardig materiaal te vinden is, kunnen pissebedden voorkomen. Uitdroging is dodelijk voor deze dieren.
De soort Porcellionides pruinosus Brandt komt echter voor op relatief droge plaatsen onder stenen, hout enz. Pissebedden kunnen alleen schadelijk zijn, als ze in grote aantallen in kassen en groentetuinen voorkomen waar de planten worden aangevreten. Bij voorkeur eten ze rottend materiaal en dragen dan bij in de humusvorming. Een merkwaardig aspect in de leefwijze van de pissebed is de broedzorg. De wijfjes dragen de eieren bij zich in een aan de onderkant van het lichaam gelegen broedruimte tot de jonge larven uitkomen. Deze vorm van broedzorg maakt het de dieren mogelijk om na het binnendringen in een bepaalde ruimte, bijv. een kelder, deze snel te bevolken als de omstandigheden wat betreft temperatuur, vochtigheid en voedsel, daar gunstig zijn. Na het verlaten van het moederdier vindt bij de larven de eerste vervelling plaats. Daarna kunnen zij nog een tiental malen vervellen. De volwassen pissebedden kunnen wel twee jaar oud worden.
Wering en bestrijding
Het komt regelmatig voor dat pissebedden woningen, caravans of tenten binnendringen, vooral als het buiten erg droog is. Ze hopen dan binnenshuis geschiktere leefomstandigheden (vooral vocht) te vinden. Omdat de verblijfplaatsen van deze dieren in de directe omgeving van huizen meestal bestaan uit compost- of mesthopen, hopen tuinafval e.d., is het dus van belang, dat deze verblijfplaatsen, van waaruit ze de huizen kunnen binnendringen, worden opgeruimd. Ook vuilnisbelten kunnen een bron van pissebedden vormen. Om het binnendringen van de woning tegen te gaan moet men mogelijk de doorgangen, zoals luchtroosters, voorzien van fijnmazig gaas. Voorts bestaat een goede wering uit het dichten van spleten en kieren in de buitenmuur. In huis moeten vochtige plaatsen vermeden worden door betere ventilatie, verwarming, enz. Eventueel kan men buiten omgekeerde bloempotten, gevuld met vochtige bladeren of hooi uitzetten, of een vochtige dweil waaronder de dieren op zoek naar een gunstige plek, zich kunnen verzamelen. De dag daarop kan men de pissebedden doden met bijv. kokend water.
Een chemische bestrijding is niet aan te bevelen, omdat na enige tijd de voor deze dieren gunstige plaatsen weer door soortgenoten worden opgevuld. Het is belangrijker de vochtigheid op zulke plaatsen te verlagen en het plantaardig materiaal te verwijderen. Het bespuiten van de omgeving met insecticiden moet beslist worden afgeraden. De zich overdag schuilhoudende pissebedden bereikt men niet of nauwelijks, terwijl een dergelijke bespuiting wel allerlei insecten en vogels kan doden. Dit betekent dat ook de natuurlijke vijanden van de pissebed gedood worden en de bestrijding dus een averechtse werking heeft.